Transit Brochure
1. ORGANISATORISCHE ASPECTEN
1.1. Algemeen kader
Het pedagogisch profiel van een afdeling is onlosmakelijk verbonden met de missie, visie en doelstellingen van de organisatie alsook met de visie op hulpverlening. Het pedagogisch profiel is hiervan een vertaling en belicht het doel en doelgroep, het methodisch kader en professionele omkadering van de afdeling.
1.2.Situering binnen de organisatie
Transit is een afdeling van vzw Huize Sint-Vincentius. Huize Sint-Vincentius biedt de modules contextbegeleiding, verblijf, kamertraining, begeleiding in groep en contextbegeleiding ifv autonoom wonen aan. Deze hulpverleningsmodules worden in clusters aangeboden in regionale eenheden. Transit situeert zich in de regionale eenheid Oost-Brabant en is rechtstreeks toegankelijk.
1.3. Ligging en bereikbaarheid
Afdeling Transit is gelegen in Aarschot (Oost Brabant). Er werd gekozen voor een huis in de rij met een discreet naambordje. Transit bevindt zich vlakbij het station. Er is een goede bus- en treinverbinding met de nabijgelegen dorpen en steden. Het centrum en de Aarschotse scholengemeenschap liggen op wandelafstand.
Transit is rechtstreeks bereikbaar op het nummer 016/56.97.47 tijdens werkdagen tussen 13u en 19u. Tijdens schoolvakanties is Transit op werkdagen bereikbaar tussen 9u en 17u. Daarnaast kan steeds ingesproken worden op het antwoordapparaat of contact genomen worden via mail (transit[at]huizesintvincentius.be).
De contextbegeleiders en eindverantwoordelijken van de regionale eenheid zijn bereikbaar op het algemeen telefoonnummer van het contextteam en via mail:
– 013/ 78 50 68 of tob[at]huizesintvincentius.be
– Geert Van Opstal, organisatiecoördinator en eindverantwoordelijke Regio Oost-Brabant: geertvanopstal[at]huizesintvincentius.be
– Voor bijkomende informatie kan ook de website www.huizesintvincentius.be geconsulteerd worden.
2. INHOUDELIJKE EN METHODISCHE ASPECTEN
2.1. Doelgroep
De doelgroep kunnen we omschrijven als gezinnen met kinderen/jongeren (6 – 18 jaar) , die zich in een kwetsbare leefsituatie bevinden én waarbij het tegelijk inzetten van verschillende begeleidingsmodules een antwoord kan bieden op de gestelde problematiek. De kwetsbare leefsituatie wordt door de betrokken personen als zeer moeilijk ervaren, zodat men er zonder deskundige hulp van buiten niet meer in slaagt het geheel te veranderen en zit vaak ingebed in een hoeveelheid van problemen.
Het gaat met andere woorden over situaties waarin de ontplooiingskansen van de jongere in het gedrang komen. Het belang van de jongere wordt bedreigd of geschaad. Dit neemt niet weg dat de focus van de begeleiding op het opvoedingsmilieu van de jongere ligt. De werking met het kind in Transit staat ten dienste van de totale gezinsbegeleiding.
Binnen het begeleidingsproces onderscheiden we dan ook vier belangrijke actoren:
– de ouders, opvoedingsverantwoordelijken, de jongeren en derden uit het eigen of professioneel netwerk die betekenisvol zijn binnen het systeem
– de contactpersoonaanmelder
– de contextbegeleider en zijn team
– de individuele begeleider en zijn team
Transit biedt de module dagbegeleiding aan in combinatie met contextbegeleiding.
2.2. Doelen
De focus van de begeleiding ligt op het versterken van ouders en jongeren zodat ze(terug) greep krijgen op de eigen situatie en de context waarin ze leven. Het gezin als systeem beschikt over het vermogen om op eigen kracht problemen op te lossen.
Het doel kan betrekking hebben op verschillende domeinen:
– gedragsverandering bij een kind/jongere
– verbetering van opvoedingsvaardheden van de ouders
– verbetering van communicatie in het gezin
– verbetering van de samenwerking van (ex)-partners en opvoeders
– benutten van steun uit het eigen netwerk
– herstellen van breuken tussen jongeren, hun leefomgeving en de samenleving
2.3. Visie
De basisvisie op hulpverlening binnen onze werking is gebaseerd op de methodiek Het Gezin Centraal en terug te vinden in de overkoepelende beleidsteksten “visie op hulpverlening” en “missie vzw Huize Sint-Vincentius”, bijgevoegd in de bijlagen.
Hierbij hebben we aandacht voor :
* De specifieke noden en behoeften van het kind/jongere (zorg op maat).
* De vrijwaring van de ontwikkelingskansen van het kind/jongere.
* Het begeleiden en bijsturen van de opvoeding- en gedragsproblemen, alsook de emotionele moeilijkheden.
* Vergroten van competenties en zelfstandigheid.
* Verhogen van relatiebekwaamheid.
* Bewustwording van verantwoordelijkheid.
Hiervoor is het belangrijk dat we oog hebben voor :
– Een voorwaardenscheppend klimaat : ruimte tot verantwoordelijkheid, creativiteit, participeren, inspraak, meedenken, lerende organisatie.
– Samenwerken : samenspraak, goede informatiedoorstroming, open communicatie, overleg en betrokkenheid van alle medewerkers in functie van de hulpverlening aan de jongeren en zijn gezin. Een kwalitatief hoogstaande, doelmatige en deskundige hulpverlening kan mede hierdoor gerealiseerd worden door iedere medewerker. Op organisatievlak worden hiertoe gestructureerde overlegmomenten ingebouwd (zie samenwerkingsmodel).
Organisatorisch investeren we tevens in kwaliteitszorg, alsook in de ontwikkeling van het aanwezige potentieel van medewerkers, een klimaat van persoonlijke groei, ontplooiing, bijscholing, vorming, stimulering en ontwikkeling.
Ook innovatie en praktijkgerichte vertaling van nieuwe gegevens en inzichten verdienen een permanente zorg.
Gebruikersgerichtheid in een organisatie vraagt continuïteit in de hulpverlening, laagdrempeligheid, eenvoudige en doorzichtige procedures, flexibiliteit en een bewust streven naar een flexibele naadloze zorg.
Gebruikersgerichtheid veronderstelt tevens een ter beschikking stellen van aangepaste en veilige infrastructuur in functie van de noden en de behoeften van de gebruikers.
2.4. Concrete vertaling op de werkvloer
Transit werkt samen met het contextteam constant aan het uitbouwen van een gedifferentieerd aanbod om tegemoet te komen aan de concrete vraag van elke gezin maar ook om een blijvend antwoord te bieden aan de steeds veranderende maatschappelijke vraag.
De eigenheid van de module dagbegeleiding gecombineerd met contextbegeleiding bestaat uit een totaalbenadering van het gezin. De formule steunt op twee principes:
– het verhogen van de draagkracht van een gezin door gedeeltelijke ontlasting van het gezin en door gezinsbegeleiding
– het verlagen van de draaglast van een gezin door naschoolse opvang van het kind
De kracht van deze module schuilt in zijn multimodale werkvorm. Het aanbod richt zich enerzijds op de jongere (individueel en in groep) én tegelijkertijd op het functioneren van het gezin en zijn context (contextbegeleider). Diverse middelen worden tegelijkertijd ingezet op diverse terreinen door het Transitteam en contextteam.
De middelen kunnen we putten uit een uitgebreid begeleidingsaanbod:
– begeleiding van het gezin en de context
– opvang van de jongere
– begeleiding van de jongere in groep – groepstraining
– individuele begeleiding van de jongere
– schoolbegeleiding
– ouderwerking
– samenwerking met andere voorzieningen
– Binnen het individueel hulpverleningsproces kiezen we ervoor om het begeleidingsaanbod zo optimaal mogelijk in te zetten.
In aanvang werken we met de gezinnen en de gezinscontext in de vorm van gezinsgesprekken. Doorgaans zijn er wekelijkse gesprekken. De naschoolse opvang en begeleiding van het kind verloopt gestructureerd en op maat van ieder kind. De kinderen komen dagelijks naar Transit van na schooltijd tot 19 uur. Op de schoolvrije dagen is dit van 9 tot 17 u.
Vertrekkend vanuit de concrete hulpvraag van een gezin zoeken we samen naar een verantwoorde en onderhandelde inzet van de middelen. Dit betekent dat de begeleiding steeds meer een ‘op maat begeleiding’ wordt: ‘welke middelen kunnen op welke wijze ingezet worden om de concrete doelstellingen te bereiken’. Het dagcentrum werkt als een verzameling van kleine eenheden van zorg die geactiveerd en gedeactiveerd kunnen worden naargelang de wijzigende noden. Het zoekproces van hulp op maat start bij aanvang van de begeleiding, vindt zijn eerste weerslag in het handelingsplan en wordt daarna minimaal om de zes maanden geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd.
We kiezen ervoor om het individueel hulpverleningsproces alle kansen te geven. Dit vraagt heel wat creativiteit en inzet om een gezonde afweging te maken tussen de individuele vraag en het gezamenlijk aanbod.
De keuze van een gevarieerd aanbod dat gebaseerd is op een samenspel van verschillende theoretische referentiekaders en methodieken steunt op de overtuiging dat er bij elk begeleiding op zoek gegaan wordt naar het meest gepaste aanbod voor de individuele situatie van een gezin en zijn context. Tevens is het realiteit dat nieuwe teamleden en evoluties doorheen de tijd telkens weer nieuwe of hernieuwde inzichten binnenbrengen.
Om in te spelen op de noden en het tempo van elk individueel gezin, trachten we een zo gedifferentieerd mogelijk aanbod van methodieken aan te bieden. We denken hier bij wijze van voorbeeld aan de stop training, hink-stap-sprong, beertjes van Meichembaum, een taal erbij: duplopoppen, ABC-schema, Opvoeden Zo, Doos vol gevoelens, Ik Werkboek, Axenroos, Competentievragenlijst, netwerkcirkel, Koffer Schaap, het genogram, Door het Lint, kinderverhalen en themaboeken (echtscheiding, boosheid, autisme, …), tekeningen, doelenkaarten, ontwikkelingstaken voor ouders en kinderen, schaalvragen, beloningssysteem, inschakelen van het netwerk, helpende en storende gedachten, gevoelsthermometer, schema geweldloze communicatie, opvoedingsschijf, kwaliteitenspel, themagerichte interactie, gebruik van themaboeken, modeling, gesprekken, rollenspelen, veiligheidslijst, balansmodel, Kid OK Kit, groepstraining, Kopp Op, checklist intercul, taalspelletjes, handpoppen, …
Naast een aanbod dat onderbouwd is door diverse theoretische referentiekaders speelt de kennis, kunde en attitude van de context- en individuele begeleider een zeer cruciale rol. Mede vanuit het emancipatorisch en empowerend gedachtegoed onderschrijven we als basishouding openheid, echtheid en transparantie, aansluitend bij de hulpvraag en krachten van het gezin, meerzijdige partijdigheid, geloof in groei en expertise van het gezin, gericht op wat goed gaat, erkenning van de culturele etnische achtergrond, vraaggestuurde, doel- en oplossingsgerichte houding vertrekkend vanuit een niet weten met de cliënt als expert.
De context- en Transitbegeleiders worden hierin intern ondersteund door de clientcoördinatoren en door middel van teambesprekingen, werkbespreking, literatuurstudie en eventueel bijkomende opleiding en vorming. Indien nodig kan er extern beroep gedaan worden op de expertise van diensten zoals het CGG, CLB, CAW, CAD, Arktos, … of via overleg met een deskundige werkzaam binnen de eigen organisatie.
Het spreekt voor zich dat elke hulpverleningshandeling binnen Transit dient gekaderd te worden binnen de doelstelling van de hulpverlening, rekening houdend met de privacywet (finaliteits- en proportionaliteitsbeginsel) en het Decreet rechtspositie van de Minderjarige.
2.5. Begeleiding
Het begeleidersteam bestaat uit een team van 3 voltijdse begeleiders (waarvan 1 hoofdbegeleider) en een halftijdse begeleider. Een team van contextbegeleiders verzorgt de begeleiding van de ruime context vanuit de gedeelde visie op hulpverlening en theoretische kaders die hierbij horen.
Overkoepelend over de regionale eenheid is een coördinatieteam bestaande uit 2 cliëntcoördinatoren en 1 organisatiecoördinator werkzaam. De cliëntcoördinatoren ondersteunen het individuele hulpverleningsproces van elke client, de organisatiecoördinator beheert personeelszaken en beleid. Binnen de regionale eenheid wordt de eindverantwoordelijkheid verzorgd door de organisatiecoördinator.